Langer doorwerken de norm, maar niet ná AOW-leeftijd

In de afgelopen twintig jaar is in Nederland het aantal zestigplussers dat blijft doorwerken tot zijn of haar pensioenleeftijd spectaculair gestegen, zo blijkt uit onderzoek van economen-vakblad ESB. Maar liefst driekwart stopt pas met werken op zijn 67e. Wel is het percentage van 15% dat doorwerkt ná de AOW-leeftijd in de afgelopen tien jaar gelijk gebleven. Dat is opvallend, met name met het oog op de krappe arbeidsmarkt.

In 2003 werkten minder dan 50% van de 60-jarige mannen en minder dan 25% van de 60-jarige vrouwen; in 2021 was dit gestegen naar respectievelijk meer dan 80% en meer dan 60%.

Doorwerken na AOW-leeftijd niet populair
In de afgelopen tien jaar is het aantal 67-jarigen dat in loondienst doorwerkt ná het pensioen met ongeveer 20% van de mannen en 10% van de vrouwen stabiel gebleven. Wel betreft dit hogere percentages dan twintig jaar geleden, toen nog slechts 10% van de mannen en 5% van de vrouwen doorwerkte na het bereiken van de AOW-leeftijd. Bij Unilever is doorwerken na de AOW-leeftijd overigens niet mogelijk.

Ondernemers werken wél vaker door
Het aantal mensen dat na de pensioenleeftijd in een eigen onderneming blijft werken stijgt wel. Dat blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Ook groeit het aantal nieuwe KVK-inschrijvingen van gepensioneerden. In totaal is het aantal ondernemers van 65 jaar en ouder in de afgelopen vijf jaar met 40% toegenomen.

Signaal van de overheid nodig
Volgens de ESB-onderzoekers kan een hogere arbeidsparticipatie van gepensioneerden de krapte op de arbeidsmarkt verzachten. Aangezien de overheid – in het licht van de vergrijzing – als doelstelling heeft om meer ouderen aan het werk te krijgen, zou zij moeten uitdragen dat ouderen ook goed inzetbaar zijn, aldus de onderzoekers.  

 

Bron: ESB en KVK